Aix en Provence in zeven verzen
zomerkleed
zomers heet in zomerkleed
van okertinten
koele linten
groen fluisterende platanen
lommerrijke lanen
trillende asfalthuid
strekt aix zich hoog en breed
in weelderige schoonheid uit
van de hoge smalle straten
binnenstad vol gaten
waar studenten wonen
corsicanen
marokkanen italianen
werkloos of lage lonen
waar een bedelaar
hurkt in de passage agard
tot de pijnbomen in de zoom
van wijde buitenwijken
waar villa’s prijken
belastingfraude roversbuit
strekt zij zich loom
uitgebreid
uitgespreid
in zinnelijke schoonheid uit
schoongewassen
vroege vuilnisauto
langzaam langs de terrassen
van de cours mirabeau
opdrogende plassen
in de ochtendzon
nadat elk vuilnisvat geleegd is
elk bordes elk balkon
steeg stoep en straat
geveegd is
gespoten en gebaad
strekt de oude stad zich naakt
gekamd geföhnd en opgemaakt
fris dampende huid
in pasgewassen schoonheid uit
mistral
de binnenste binnenstad
koestert zich spinnende kat
in het vuur
van het middaguur
als de zon heet over haar daken rolt
tollende vuurbal
aangeblazen door de mistral
warme wind die zeilen bolt
van luifels en marktkramen
parasols omver blaast
door nauwe straten raast
met klepperende ramen
als de wind hitsig rond haar torens fluit
in haar oren tuit
woelt zij en strekt zij zich onrustig
wellustig
in hete bezwete schoonheid uit
(Vervolg onder de foto’s)
decadent
vanaf het hoge dakplat
boven de bovenste etage
vertoont de oude stad
rimpels barstjes scheuren
krassen in haar maquillage
in pleisterwerk
op huis en kerk
schilderwerk
verbleekt tot vale ijle kleuren
uitlaatgas van vlechtende auto’s
vechtende auto’s
invoegende bussen
tussen
stadsverkeer en marktrumoer
koerende duiven op de cours
boven oude huizen
kerktorenkruisen
steken hoge bouwkranen
boven stadsgeluid uit
tjirpen oorverdovend luid
cigales in de platanen
als de klok wordt geluid
boven ’t gewoel
gekrioel
van het verkeer
legt de stad zich neer
strekt zich zwoel
in decadente schoonheid uit
wreed
achter de geopende deur
van de kathedraal saint sauveur
brandschildert de zon ingetogen
kerkramen
in gotische bogen
godshuis
opgetrokken rokken
heilig kruis
als zij haar klokken
lokkend heeft geluid
strekt de stad vrome dame
zich schijnheilig kuis
in al haar wrede schoonheid uit
maanziek
als in de vroege avonduren
hoog tussen daken en muren
rond het streng grauw
gerechtsgebouw
in aix en provence
gierzwaluwen dansen
snelle duikvlucht
door de lucht
van strakgespannen blauw
trekt zij haar daagse kleren uit
van banken en kantoren
als van beneden straatmuziek
melancholiek
de avondstilte vult
de stad in uitgaanskleding hult
rekt zij zich minziek
manziek
maanziek uit
de mooiste van de republiek
en strekt zij zich herboren
in vurig wulpse schoonheid uit
nachtschade
het laatste licht gaat uit
de laatste bar sluit
aan het eind van de nacht
als de dag wordt verwacht
rekt de mooie heks
binnenstad van ‘t oude aix
nachtelijke bruid
zich in vragende
uitdagende
opgewonden schoonheid uit
voldaan bevredigde lach
strekt heel haar volle pracht
heet en zacht
in zwarte nachtwade uit
slaapt de nachtschade uit
tot diep in de volgende dag